De Romeinen geloofden in verschillende goden en godinnen. De goden hadden allemaal hun eigen taak: zo was er een god van de oorlog, een god van de landbouw, enz...
De belangrijkste god bij de Romeinen was Jupiter. Hij was hun oppergod. Later is daar één van onze planeten naar deze god vernoemd.
De Romeinen geloofden in een leven na de dood.
Je ging dan naar de Onderwereld, net zoals de Grieken dat óók geloofden. Maar dat was geen paradijs. In de grote, donkere ruimte ergens diep onder de wereld was het saai en troosteloos. De schimmen van de overlevenden doolden er treurig rond in een rijk waar Pluto de heerser was. Het was geen plek om angst voor te hebben, geen hel, maar ook geen oord waar je echt gelukkig was.
Via een nare tocht over de rivier de 'Archeron' werd elke overledene door een veerman met zijn pontje overgezet naar die Onderwereld.
De rivier de Archeron
(op weg naar de Onderwereld)
Elke god was verantwoordelijk voor een bepaald deel van het leven: de oogst, de geboorte, de handel, de wijn, de oorlog, de jacht, de liefde, de zee, enz... |
Enkele Romeinse goden (vlnr Jupiter, Juno, Mercurius, Minerva, Bacchus, Neptunus en Venus).
|